Het sondeerrapport bevat de resultaten van
plaatsimulatieberekeningen voor 8 aanzetdiepten tussen het
maaiveld en een diepte van 3.0 m onder het maaiveld. Tevens
worden de waarden van de beddingsconstanten verstrekt welke
nodig zijn voor de organische betonberekening van de fundeerplaat.
Een plaatfundering onderscheidt zich van een zoolfundering
door de grootte van zijn oppervlak, door het feit dat de grond
niet meer heraangevuld wordt bovenop de plaat en door het feit
dat zijn afmetingen niet berekend werden om tot het uiterste
draagvermogen van de ondergrond te gaan : de drukken op de
ondergrond blijven dus relatief beperkt. De berekende zettingen
stemmen overeen met een vooraf te definiëren nuttige plaatbelasting
(bv 40 kN/m²). In onze berekeningen wordt een nuttige
belasting van 12 kN/m² per bovengrondse bouwlaag aangenomen.
Voor ondergrondse bouwlagen wordt rekening gehouden met de
ontlasting die opgetreden is door de uitgraving.